De loonstrookjes van mei brengen voor veel werknemers als extraatje het vakantiegeld. Veel mensen zijn van plan hun vakantiegeld dit jaar ook daadwerkelijk uit te geven. Maar wat zijn de opties als je deels wilt sparen of beleggen?

Per vijf werknemers zijn er twee van plan het vakantiegeld dit jaar ook echt aan vakantie besteden, zo bleek afgelopen week uit een peiling van het economisch bureau van ING. Dat is een grotere groep dan een jaar geleden, toen iets meer dan een derde van de ondervraagden vakantiegeld wilde uitgeven om er opuit te gaan.

Uiteraard kun je deze uitkering ook voor andere dingen gebruiken, zoals een grotere aankoop.  Of je kunt vakantiegeld reserveren om te sparen en beleggen. Dat laatste overweegt ruim een derde van de respondenten, aldus de peiling van ING.

Sparen levert weer iets op

Gelukkig levert sparen weer iets meer op dan een jaar geleden. Toen was de inflatie relatief hoog, mede door gestegen belastingen. Gevolg was dat variabele spaarrentes niet konden tippen aan het niveau van de inflatie, waardoor de koopkracht van spaargeld afnam.

Sinds het najaar van 2013 is de inflatie echter gedaald. Afgelopen april tikte de gemiddelde prijsstijging een niveau van 1,2 procent aan. Zet je dat af tegen de hoogste variabele spaarrentes van 1,7 tot 1,75 procent, dan kan dat net uit.

Spaarders moeten wel rekening houden met nieuwe renteverlagingen. Economen verwachten namelijk dat de Europese Centrale Bank (ECB) in juni actie zal ondernemen om het zwakke economische herstel in de eurozone te ondersteunen. De rente die de ECB vraagt aan banken, gaat dan mogelijk verder omlaag. Dit betekent dat banken nog goedkoper bij de ECB kunnen lenen en het zich kunnen permitteren spaarrentes te drukken.

Verder speelt de belasting op spaargeld een rol als je meer dan 21.139 euro aan spaargeld en beleggingen hebt. Over vermogen boven deze drempel moet je 1,2 procent belasting betalen in box 3.

Wie de inflatie en de fiscus wil verslaan, heeft een rendement van 2,4 procent nodig om spaargeld waardevast te houden. In de praktijk moet spaargeld daarvoor zeker drie jaar vast staan.

Alternatieven: schuld aflossen, sparen, beleggen

Spaar je voor een specifiek doel, zoals bijvoorbeeld een speciale, duurdere vakantie, dan ligt het voor de hand spaargeld tijdelijk te parkeren op een kortlopend deposito of een vrij opneembare rekening. Daar word je niet rijk van, maar je hebt het geld dan wel alvast apart gezet.

Wie vakantiegeld voor langere tijd niet nodig heeft, kan ook andere alternatieven overwegen, zoals beleggingen of schulden aflossen.

Besparen op je hypotheekschuld kan aantrekkelijk zijn, zeker bij de huidige relatief lage standen van spaarrentes. Maar dat vergt wel het nodige uitzoekwerk: het openbreken van bestaande hypotheekconstructies brengt vaak extra kosten mee, die een eventueel voordeel weer teniet kunnen doen.

Naast schulden aflossen, kun je ook denken aan beleggen in obligaties of aandelen. Wil je zekerheid over behoud van de inleg, dan kom je al snel uit bij (staats)obligaties van solide landen of bedrijven. Voor geld dat je goed kunt missen zijn aandelen een alternatief. Mits je niet al te zenuwachtig wordt, als je op korte termijn verlies lijdt. Want beleggen in aandelen brengt sowieso extra risico's mee.

Opbrengst aandelen en obligaties

Onderstaande grafiek brengt voor een periode van tien jaar in beeld hoe dit kan uitpakken. Te zien is wat een belegging in respectievelijk de AEX-Index, inclusief dividend, en tienjarige Nederlandse staatsleningen in totaal had opgebracht vanaf het startjaar.

Het specifieke instapmoment kan vooral voor aandelen veel uitmaken. Wie bijvoorbeeld eind 2004 de AEX-index kocht, heeft per mei 2014 een aardig totaalrendement van 61 procent.

Een belegging in staatsobligaties, waarvan de rente in 2004 op circa 4 procent lag, had via de couponuitkeringen (tot en met juli 2013) in totaal 37 procent rendement opgeleverd.

De grafiek is uiteraard een momentopname, maar maakt wel twee dingen duidelijk. Over een periode van tien jaar kan het rendement op aandelen eigenlijk alle kanten op. Wie bijvoorbeeld eind 2008 aandelen kocht, toen de kredietcrisis in volle hevigheid woedde, zou z'n inleg pakweg hebben verdubbeld.

Aan de andere kant: had je in 2007 vlak vóór het barsten van de kredietzeepbel aandelen gekocht, dan sta je nog steeds licht in de min.

Wat betreft de korte termijn is duidelijk dat aandelen in 2013 een zeer sterk jaar kenden, maar sinds een paar maanden weinig doen. Een belegging in de AEX-index van eind 2012 staat op een plus van 22 procent, terwijl het rendement van de afgelopen vijf maanden een magere twee procent bedraagt.

Voor Nederlandse staatobligaties geldt dat het rendement gelijkmatiger is en de risico's kleiner zijn. Maar doordat de Nederlandse overheid zo goedkoop kan lenen, is het rendement op tienjarige leningen de afgelopen jaren gestaag gedaald.

Inmiddels betaalt de staat ongeveer 1,6 procent rente op tienjaarspapier. Vergelijk je dat met de evenmin bijzondere rentes op 10-jarige spaardeposito's van ABN Amro (2,4 procent), Rabobank (2,7 procent) of Centraal Beheer (3,3 procent), dan houdt dat allemaal niet over.

Even sparen...en op vakantie

Per saldo leveren langlopende staatsobligaties momenteel dus weinig op. Het rendement van langlopende bancaire deposito's is iets beter, maar nog altijd vrij laag, gelet op de periode waarvoor je geld moet vast zetten. Beleggen in aandelen kan meer opleveren, maar daarvoor moet je ook bereid zijn om (tijdelijk) verlies te incasseren.

Vakantiegeld  tijdelijk parkeren op een spaarrekening met een variabele rente van iets meer dan 1,2 procent, of een 1-jarig deposito dat pakweg twee procent rente oplevert, oogt relatief voordelig. Dan blijf je in ieder geval de inflatie de baas en kun je het geld alsnog uitgeven aan een mooie najaars- of wintervakantie.

Lees ook

Banken willen jouw vakantiegeld

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl